Four Blondes (20 page)

Read Four Blondes Online

Authors: Candace Bushnell

BOOK: Four Blondes
3.59Mb size Format: txt, pdf, ePub

Ze wist niet hoe dit spel gespeeld diende te worden.

'Je was het vergeten,' zei ze. Opnieuw. (En hij was een onderscheiden journalist.) 'Hoe kun je zoiets vergeten?' zei ze. 'Ik ben met je naar bed geweest, James. We hebben geneukt. We hebben een relatie. Wat denk je wel?' Ze hing op. (Ze stond te trillen.) Ze belde hem terug.

'Je mag jezelf godverdomme gelukkig prijzen dat je wat met mij hebt.'

Tien minuten later belde hij. 'Heb je zin om maandag mee te gaan naar een boekpresentatie?'

Ze nam de uitnodiging aan.

Ze had de tegenovergestelde weg moeten inslaan.

Dat deed ze niet.

(Een man had haar ooit proberen uit te leggen wat hij voor zijn ex-vriendin voelde: 'Ze was mijn geliefde, mijn moeder, mijn zus en mijn dochter tegelijkertijd,' had hij gezegd. Voor James is ze alleen zijn moeder.)

James had haar nodig. (Hij ontplooit nog steeds geen initiatief.)

Toen ze hem leerde kennen woonde hij in een kleine studio met hoogslaper. Onder zijn bed stonden een bureau en een tafel. Hij had een oude bank en een boekenkast van blokken gasbeton met planken. Hij was tweeëndertig en zijn gootsteen stond vol vuile vaat.

Winnie deed de afwas voor hem.

'Luister, James,' zei ze. 'Je mag jezelf godverdomme gelukkig prijzen dat je wat met mij hebt.' (Ze was redactrice bij een vrouwenblad, volwaardig redactrice. Als ze tot na zevenen overwerkte, werd ze in een auto van de zaak naar huis gebracht. Ze wees opdrachten toe en ging lunchen met auteurs; soms moest ze ook stukken afwijzen. Dan belde ze de auteur en zei: 'Het spijt me, maar uw stuk past niet bij ons blad. Misschien kunt u het aan een ander blad verkopen.' Soms begonnen de auteurs te huilen. Iedereen zei dat Winnie het nog ver zou schoppen.)

'Luister, James,' zei Winnie. 'Volgens mij ben je bang voor succes. Volgens mij ben je bang voor veranderingen. Je bent bang dat je, als je je aan mij bindt, zult moeten veranderen, dat je je succes onder ogen zult moeten zien.'

'Denk je?' zei James. 'Zo heb ik het nooit bekeken. Je zou wel eens gelijk kunnen hebben.'

Het enige wat James doet is instemmen met haar woorden. Instemmen en vervolgens niets doen.

'Ik kan het niet aan, James,' zegt ze nu. 'Het is me te veel.'

'Ik weet het,' zegt hij. (Hij kan niet eens een vakantie plannen. Zij regelt alles, en hij laat zich op sleeptouw nemen.)

Hij doet niets.

Winnie weet wat haar te doen staat: ze moet ermee ophouden om voor James te zorgen. Ze moet nu eens een keer voor zichzelf gaan zorgen. Dat is toch ook wat alle therapeuten aanraden bij relatieproblemen? Je niet langer volledig op de man richten? Je meer met jezelf bezighouden? (Maar ja, als je je niet langer op de man richt, gaat hij bij je weg. Dat vergeten ze erbij te vertellen.)

Ze moet zich op haar eigen verlangens richten.

Winnie gaat met Tanner naar bed en dat windt haar op.

Ze belt haar kantoor. Krijgt haar assistente aan de lijn. 'Zeg het eens,' zegt de assistente.

'Ik zit nog steeds midden in een crisissituatie. Ik kom vandaag niet meer terug. Ik bel je eind van de middag nog even.'

'Er heeft ene Jess Fukees gebeld,' zegt haar assistente.

'Niet belangrijk. Dat is de president-directeur maar.'

'Oké,' zegt de assistente. (Cynisme is aan haar niet besteed.)

'Niks oké,' zegt Winnie. 'Bel zijn secretaresse en zeg dat ik niet op kantoor ben - nee, zeg dat ik de stad uit ben, en dat ik hem morgenochtend als eerste bel.'

'Zet hem op, hè,' zegt de assistente en hangt op.

Winnie gaat naar huis. 'Hallo,' zegt ze tegen de Jamaicaanse oppas, die opspringt en ogenblikkelijk de televisie uitzet. Winnie slaat er geen acht op.

'Mevrouw Dieke. Wat bent u vroeg thuis.'

'Ik ben niet thuis,' zegt Winnie. 'Ik kom alleen even langs. Op weg naar een bespreking.'

Ze loopt naar de slaapkamer en trekt de kast open. Rommelt wat tussen haar schoenen. Ongebruikt, nog altijd in de doos, staan daar de fragiele sandalen die James haar voor haar verjaardag heeft gegeven.

Ze trekt ze aan.

'Dag,' zegt ze tegen de Jamaicaanse oppas.

Ze houdt een taxi staande. 'Hotel Morgans, Madison Avenue,' zegt ze. Bij de receptie zegt ze: 'Kunt u Paul Bunyan even voor me bellen?'

'Verwacht hij u?'

'Ja,' zegt Winnie. Ze laat haar blik door de foyer glijden. Hij is piepklein en bezorgt haar een claustrofobisch gevoel. Ze trommelt met haar nagels op het witte linoleum.

De receptionist draait zich van haar weg en fluistert in de hoorn: 'Meneer Hart? Er is hier een dame voor u.'

'Winnie,' zegt Winnie.

'Winnie,' zegt de receptionist. Hij legt de hoorn neer. 'U kunt naar boven. Het is suite A. Bovenste verdieping.'

'Dank u,'zegt Winnie.

Ze neemt de lift. Stapt uit in een klein halletje met grijze vloerbedekking. Ze drukt op de bel van suite A.

'Wacht even... ik kom,' zegt Tanner. 'Ik kom - uh - uh - o mijn god - ik ko-hom.' Hij zwaait de deur open.

'Hallo,' zegt Winnie.

'Wat een onverwacht genoegen.'

'Ik hoop niet dat ik stoor.'

'Als dat zo was, had ik haar eruit gegooid.'

De slaapkamer bevindt zich op de onderste verdieping van zijn suite. Winnie loopt langs de openstaande deur. De lakens zijn helemaal door de war. De suite bestaat uit twee verdiepingen, elk met een balkon. Ze loopt de trap op. Tanner volgt haar. Hij komt net onder de douche vandaan. Ze ruikt zijn eau de cologne. (Eau de cologne! De laatste keer dat ze iets heeft gehad met een man die dat gebruikte was vijftien jaar geleden. Ze weet het nog altijd - Paco Rabanne. Het was die one-night stand, en ze was waarschijnlijk nooit met hem naar bed gegaan als hij dat geurtje niet op had gehad.)

'Ik zat net aan de thee,' zegt Tanner. 'Ook een kopje?'

'Lekker,' zegt Winnie. Ze neemt plaats bij een glazen salontafel waarop een dienblad met twee kopjes, een theepot en schijfjes citroen staan. 'Verwacht je iemand?'

'Nee. Er is net iemand vertrokken. Vrij plotseling,' zegt Tanner.

Ze lachen allebei.

'Evie?'vraagt Winnie.

'Ik klap niet uit de school,' zegt hij. Hij schenkt de thee in.

'Ik heb iets van je,' zegt ze.

'Mooie schoenen.'

'Van James gehad, voor m'n verjaardag.'

'Die ouwe Jimmy heeft meer smaak dan ik dacht.' Hij zwijgt even. Neemt een slokje thee. Kijkt haar over zijn theekopje heen aan. 'Hoe oud is Jimmy eigenlijk? Hij was er niet al te best aan toe toen hij hier vannacht wegging.'

'Hij overleeft het wel. Helaas,' zegt Winnie.

'Ben je gekomen om mij te dwingen een en ander recht te zetten?'

'Zo zou je het kunnen noemen,' zegt Winnie.'Ik denk dat ik wel weet wat je hier komt doen, Winnie.'

'Dat denk ik ook,' zegt Winnie. (Ze weet niet zo goed wat ze nu moet zeggen. Ze is nooit echt goed geweest in flirten. Zelfs met James flirtte ze, in het begin, door te doen of ze geïnteresseerd was in zijn werk. Op seksueel gebied is haar belangstelling voor hem in hetzelfde tempo afgenomen als op het gebied van zijn werk.)

'Volgens mij is dit van jou,' zegt ze. Ze doet haar tasje open en overhandigt hem het flesje coke.

'Aha,' zegt hij. 'Wat had ik zonder gemoeten?'

'Ik dacht dat je het misschien nodig zou hebben,' zei Winnie.

'Dank je wel,' zegt hij.

Hij staat op. Hij gaat achter haar staan.

Winnie houdt haar adem in.

'Winnie,' zegt hij. 'Hoe lang kennen we elkaar nou al?'

'Vijftien jaar.'

'Die James is toch ook maar een mazzelaar.'

De auto-met-chauffeur stopt voor een met golfplaten afgedekt pakhuis. Amber en James stappen uit.

'Stel dat we betrapt worden?' zegt James. (Jezus, Winnie heeft gelijk, hij lijkt wel een meisje. Hij zou het heft in handen moeten nemen. Maar dat doet hij niet.)

'Wat dan nog? Dan worden we opgepakt. Ik heb een prima advocaat, we staan binnen vierentwintig uur weer op straat,' zegt Amber.

'Ik denk niet dat mijn vrouw het erg leuk zal vinden als ik in de gevangenis beland,' zegt James.

'Wat doet je vróuw er in godsnaam toe?' zegt ze.

Ken je haar? wil James vragen. In plaats daarvan zegt hij: 'Nou ja, de afgelopen vierentwintig uur zijn nogal - enerverend voor haar geweest.' 'Nu we het er toch over hebben, wat is er de afgelopen vierentwintig uur eigenlijk gebeurd? Dat heb je me nog niet verteld,' zegt Amber.

'Ik moest naar het ziekenhuis,' zegt James, terwijl hij zich een weg baant over het kapotte trottoir.

'Poliklinische ingreep? Liposuctie? Van die dingen?'

'Nee, dat nou niet bepaald.'

Amber doet de deur van het pakhuis open.

'Was je van plan gewoon naar binnen te gaan?' vraagt James.

Amber draait zich om. 'Ik wil niet vervelend doen, James, maar volgens mij zijn deuren daarvoor bedoeld.'

Het pakhuis is leeg.

Had hij echt iets anders verwacht?

Wat doe ik hier? Hij zou willen dat hij het wist.

'Jezus, we zijn te laat,' zegt Amber. Ze steekt een sigaret op. 'Ze hebben de hele zooi weggehaald. Ik had moeten weten dat Danny Pico's chauffeur niet te vertrouwen is.'

Ze gooit haar sigaret op de grond en trapt hem uit.

'Wat nu?' vraagt James.

'We gaan terug, naar Manhattan. Wat moeten we anders?' zegt ze over haar schouder.

Ze stappen weer in de auto-met-chauffeur. 'Naar mijn huis, graag,' zegt Amber. Ze kijkt uit het raampje. Bijt op haar onderlip. 'Klote,' zegt ze, 'nu zal ik het allemaal zelf moeten verzinnen. Doen alsof ik apen heb gezien.'

'Verzinnen?' zegt James.

'Iedereen verzint van alles. Wie moet er ooit achterkomen?' Haar gelaatsuitdrukking verandert. Ze ziet eruit als een bang, klein meisje. 'James,' zegt ze. 'Je vindt me toch - geen leugenaar, hè? Ik ben de meest integere persoon die je ooit zult tegenkomen. Dit is het adres dat de chauffeur van Danny Pico me heeft gegeven. Kan ik het helpen dat ze die apen hebben weggehaald?'

'Nee, natuurlijk niet,' zegt James.

'Iedereen denkt altijd dat ik lieg. Omdat ik mooi en slim ben. Ik ga tenminste echt op pad, op zoek naar verhalen, terwijl zij alleen maar achter hun bureau zitten. Ze zijn jaloers. Ik kan er ook niks aan doen dat ze jaloers zijn. Dat is mijn schuld toch niet?'

Godallemachtig, denkt James, ze gaat huilen.

'Kom,' zegt hij,'zo erg is het toch niet?'

'Ik weet zeker dat jij me begrijpt, want er zijn natuurlijk ook een heleboel mensen jaloers op jou.' Ze komt wat dichterbij. 'Je bent precies zoals ik, James,' zegt ze, met die hese, sexy stem. (Is dat waar, dat hij precies is zoals zij? Wat doet het ertoe?) 'Ik ben precies zoals jij, James,' zegt ze. 'We zijn net een tweeling.'

Opeens kust ze hem. Wat is ze gretig - wat is ze geweldig - natuurlijk is ze geen leugenaar - hoe zou een vrouw als zij een leugenaar kunnen zijn? Weet ze dat hij net zo naar haar verlangt als zij naar hem? Hij laat zijn hand aan de voorkant onder haar blouse glijden en knijpt in een heerlijk zachte handvol borst. Hij wil zijn broek naar beneden trekken en haar ter plekke pakken (zoals die ene keer toen hij zeventien was, met het lelijke, dikke meisje dat het wel met iedereen wilde doen, alleen kon hij hem er toen niet in krijgen en kwam hij klaar in de klamme, vochtige spleet tussen haar billen). Amber drukt een hand tegen zijn penis. Ze kreunt.

De auto rijdt naar een armoedig gebouw zonder oprit in de Lower East Side. Hij loopt achter haar aan de twee trappen op. Verbeeldt hij het zich, of draait ze speciaal voor hem met haar kont? Of komt het door de schoenen, de klompachtige schoenen met plateauzolen? Hij drukt haar op de overloop tegen de muur. Gaat met zijn hand onder haar rokje. (Ze draagt geen ondergoed en ze heeft een flinke bos haar.) Ze trekt zijn hand weg en steekt zijn vingers in haar mond.

'Ik ben goed in bed,' zegt ze. 'Ik zal je niet teleurstellen.'

'Dat weet ik,' zegt hij.

Het is net een pornofilm. Sinds wanneer zijn vrouwen zo makkelijk het bed in te krijgen? Waarom heeft niemand hem dat ooit verteld? (Waarom was zij zo makkelijk het bed in te krijgen?) Ze gaan naar haar flatje. Het is er donker en armoedig. Klein. Rommelig. (Vreselijk rommelig.) Er ligt een matras op de grond. Ze gaat liggen en trekt haar benen op. 'Neuk me, kanjer,' zegt ze. Hij doet de gulp van zijn broek open en laat hem op zijn enkels zakken. Hij kruipt naar haar toe. Er hangt een flauwe geur van vuilnis. Hij weet niet of de lucht afkomstig is uit haar huis of van buiten. Hij steekt twee vingers in haar. Vervolgens dringt hij zelf bij haar binnen. Ze is nat, maar groot. Gigantisch. Het lijkt daar wel een holle ruimte. Ze is groter dan Winnie en Winnie heeft een kind gebaard.

Waar is hij mee bezig? Stel dat Winnie erachter komt.

Hij komt klaar.

Hij laat zich boven op haar vallen.

Na ongeveer een minuut kijkt hij naar haar gezicht. Ze kijkt hem niet aan. Ze staart naar het plafond. Haar gezicht is uitdrukkingsloos. Wat gaat er door haar heen? Is ze klaargekomen?

'Ik moet even naar kantoor bellen,' zegt ze.

James gaat zitten.

Hij trekt zijn broek omhoog.

'Dat was geweldig,' zegt hij.

'Ja, ik weet het,' zegt ze. Ze kruipt van het bed en trekt een kleine koelkast open. 'Ik hoop dat je het niet erg vindt. Ik snak naar een borrel.' Ze schenkt een half glas pure wodka voor zichzelf in. 'Kijk niet zo geschokt, James. Ik veroordeel niemand. Het is jouw probleem, niet het mijne, oké? Als jij het hier moeilijk mee hebt, reageer dat dan niet op mij af. Dat heb ik nergens aan verdiend.' 'Da's waar,' zegt James. Hij voelt zich plotseling afschuwelijk. De drugs zijn uitgewerkt. Hij is totaal uitgeput. Hij voelt zich smerig - hij is smerig. Hij zou willen dat hij weer thuis was, in zijn eigen bed, en lekker kon slapen. Als hij nou maar gewoon kon gaan slapen, zou het misschien net zijn alsof dit allemaal nooit was gebeurd als hij weer wakker werd.

'Als je bang bent dat ik het aan je vrouw zal vertellen, maak je dan maar geen zorgen,' zegt Amber. 'Zo ben ik niet. Je mag nooit denken dat ik zo ben, want zo ben ik niet.'

'Oké,' zegt James aarzelend.

Ze komt dichterbij en legt haar handen tegen zijn gezicht. Ze kust hem op zijn lippen. 'Je hebt nog nooit iemand ontmoet zoals ik. Maak je over mij geen zorgen. Ik ben je beste vriendin.'

'Ik ben een beetje - gespannen,' zegt hij.

Other books

Mine to Take by Cynthia Eden
The Big Nap by Bruce Hale
The Merlin Conspiracy by Diana Wynne Jones
West of Tombstone by Paul Lederer
My Path to Magic by Irina Syromyatnikova
The Shameful State by Sony Labou Tansi
Snakehead by Peter May
Skeleton Canyon by J. A. Jance
Hearts Under Fire by Kelly Wyre and HJ Raine