Four Blondes (13 page)

Read Four Blondes Online

Authors: Candace Bushnell

BOOK: Four Blondes
8.3Mb size Format: txt, pdf, ePub

De Diekes kennen geen mensen die naar clubs gaan, tot diep in de nacht uitgaan, of die een actief seksleven hebben (behalve Winnie's zus). Mensen die laat naar bed gaan, kunnen, naar hun maatstaven, onmogelijk 'serieus bezig' zijn. Het kost de Diekes de hele dag (en vaak ook nog eens een groot deel van de avond) om hun werk gedaan te krijgen. En dan zijn ze zo afgepeigerd dat ze alleen nog maar naar huis willen om een hapje te eten (klaargemaakt door de Jamaicaanse oppas) en te gaan slapen. (Winnie moet om zes uur op om tijd met haar kind door te brengen en te gaan joggen. Het kind is vier. Winnie hoopt dat het kind binnen afzienbare tijd in staat zal zijn om mee te gaan joggen.) Thuis doen ze gezellig en zelfgenoegzaam en soms (als ze niet zitten te werken) zitten ze in een zachte flanellen pyjama met hun kind in de woonkamer. Winnie en het kind dragen pantoffels met een pluchen beestenkop en Winnie laat haar in pantoffels gestoken pluchen- beestvoeten met elkaar praten. Het kind is lief en vrolijk en mooi, en zeurt nooit. (Zodra hij maar even kans ziet kruipt hij bij Winnie in bed. Hij zegt: 'Mammie, ik hou van je.') Hij leert lezen. (Winnie en James wéten gewoon dat hij briljant is.) 'Maar het is een echte jongen,' zegt Winnie altijd tegen haar vriendinnen, die net als zij bijzonder aangepast zijn en minstens honderdvijftigduizend dollar per jaar verdienen en een of twee kinderen hebben. Winnie schrikt er altijd van als ze zichzelf dat hoort zeggen. Het beangstigt haar een beetje, omdat ze niet graag zou toegeven dat er een verschil bestaat tussen mannen en Vrouwen. (Als mannen en vrouwen anders zouden zijn, wat betekent dat dan voor haar?)

Winnie denkt - nee, weet - dat ze minstens zo intelligent is als James (al betwijfelt ze of hij dat ooit zal erkennen) en dat ze minstens zo'n goede journalist en minstens zo'n goede schrijver is. Ze denkt vaak dat ze eigenlijk zelfs beter is dan hij (op elk vlak, niet alleen in de journalistiek), maar dat hij (omdat hij een man is) meer kansen heeft gekregen. James' schrijfstijl en haar schrijfstijl (die ze heeft afgekeken van James, die hem weer heeft overgenomen van andere schrijvers van zijn kaliber) waren eenvoudig onder de knie te krijgen toen ze eenmaal de onderliggende gedachte had doorgrond. Hetzelfde geldt voor hun manier van praten: pseudo-intellectueel en tegelijkertijd verschrikkelijk scherpzinnig - 'sch- intellectueel.' (Zeg dat ik briljant ben - of ik doe je wat.)

Winnie is intens verbitterd en James is intens verbitterd, maar daar hebben ze het nooit over.

James is bang

James is bang waar het zijn werk betreft. Elke keer als hij een artikel heeft voltooid, is hij bang dat hij geen nieuwe opdracht zal krijgen. Zodra hij een nieuwe opdracht krijgt (dat gebeurt altijd, maar het maakt niets uit), is hij bang dat hij de deadline niet zal halen. Als hij de deadline heeft gehaald, is hij bang dat de redacteur (of redacteuren - er zijn altijd anonieme redacteuren die in donkere kamertjes op tijdschriftredacties rondwaren) het stuk niet goed zal vinden. Als de redacteur het wel goed vindt, is hij bang dat het niet geplaatst zal worden. Als het wel geplaatst wordt, is hij bang dat niemand het zal lezen en dat niemand erover zal praten en dat al zijn noeste arbeid voor niets zal zijn geweest. Als er wel over gepraat wordt (wat niet altijd zo is, in welk geval hij weer bang is dat hij geen goede journalist is), is hij bang dat hij niet in staat zal zijn dat een volgende keer weer klaar te spelen.

James is bang voor het internet. (Heimelijk wilde hij dat het nooit was uitgevonden. Het idee dat het tien jaar terug nog niet bestond, beangstigt hem.) Elke keer als hij een mailtje verstuurt (en het lijkt alsof hij tegenwoordig steeds meer tijd besteedt aan het verzenden van e-mail, en steeds minder tijd aan zijn eigenlijke werk - maar geldt dat niet voor iedereen?), is hij bang dat het naar de verkeerde mensen verzonden wordt. Als het bij de juiste mensen belandt, is hij bang dat zij het doorsturen naar de verkeerde mensen. James weet dat hij korte, zakelijke e-mails moet sturen, maar er gebeurt iets met hem zodra hij inlogt. Hij is kwaad en voelt zich superieur (hij is gefrustreerd. Hij weet dat hij intelligenter is dan de meeste andere mensen op het internet. Hij wil dat zij dat ook weten, maar is bang dat dat niet het geval is). Hij is ervan overtuigd dat er internetspionnen zijn die hem in de gaten houden. Hij weet zeker dat zijn creditcardnummer onderschept zal worden. (Hij weet dat op een dag, waarschijnlijk over niet al te lange tijd, alle boeken en tijdschriften vervangen zullen worden door internetboeken en -tijdschriften. Hij doet, net als al zijn vrienden, alsof dat niet zo is. Alsof internetboeken en -tijdschriften slechts een aanvulling zullen vormen op het bestaande materiaal. Hij weet dat dit niet waar is. Hij weet dat het waarschijnlijk betekent dat hij zonder werk zal komen te zitten.)

Maar James is bovenal bang voor zijn vrouw. Winnie. Winnie lijkt voor niets en niemand bang, en dat maakt hém bang. Als Winnie bang zou moeten zijn - als ze een onmogelijke deadline heeft, of als de mensen die ze moet interviewen geen medewerking willen verlenen, of als ze denkt niet die opdrachten te krijgen die ze wil hebben - dan wordt ze kwaad. Ze pakt de telefoon en schreeuwt. Ze verstuurt e-mails. (Ze zit het grootste deel van de tijd achter de computer. Ze gaat prat op haar e-mails - ze zijn bondig en scherp, in tegenstelling tot die van James, die onsamenhangend, giftig en veel te introspectief zijn. Winnie verwijt hem de laatste tijd wel eens dat zijn epistels te breedvoerig zijn.) Ze stormt de kamer van haar redacteuren binnen en begint wild te sissen. 'Ik hoop niet dat je hiermee wilt impliceren dat mijn werk niet goed genoeg zou zijn,' zegt ze dan op dreigende toon. 'Want ik heb al tigjoen' - dat is een van haar stopwoorden, tigjoen - 'artikelen voor jullie geschreven, en die waren wél goed genoeg. Dus als je me deze opdracht niet wenst te geven...' Ze laat haar stem wegsterven. Ze spreekt de woorden nooit uit: 'seksuele discriminatie.' Iedereen is een beetje bang van Winnie, en James is bang dat ze een dezer dagen de begeerde opdracht niet zal krijgen, of de laan uitgestuurd zal worden.

Maar ze weet de opdracht wel altijd in de wacht te slepen. En vervolgens, tijdens de etentjes die Winnie en James om de week op dinsdagavond geven ('salon houden', noemen ze dit zelf), en waarvoor alle gasten zelf een gerecht mee moeten brengen (ze nodigen andere serieuze journalisten uit en discussiëren over de politieke implicaties van onderwerpen die uiteenlopen van apparaatjes om de ontvangst van mobiele telefoons te storen tot het inhuren van bodyguards door beroemdheden, of wat er is geworden van de journalisten die de echte bladen de rug hebben toegekeerd en de overstap naar het internet hebben gemaakt - 'Iedereen kan tegenwoordig schrijver worden. Dat is het probleem. Wat heeft het nog voor zin om schrijver te zijn als iedereen het kan?' zegt James), begint Winnie gewoonlijk over het artikel waar ze op dat moment aan werkt. Iedereen zit in de woonkamer, met een Limoges-bord op schoot (Winnie vindt dat je gasten alleen het beste servies mag voorzetten) en eet ijsbergsla met caloriearme dressing en kipfilet, met soms nog wat rijst (geen van de vrouwen uit dit groepje kan goed koken of geeft echt om eten). Ze drinken een glaasje wijn - niemand uit hun kennissenkring drinkt nog sterke drank.

En dan zegt Winnie iets in de trant van: 'Ik ben benieuwd hoe jullie tegen jongeren en geweld aankijken. Daar schrijf ik deze week een stuk over.' Toen ze hier een paar jaar geleden mee was begonnen, vond James het wel aandoenlijk, maar nu irriteert het hem (al laat hij dat nooit merken). Waarom vraagt ze altijd aan anderen wat zij ergens van vinden? Heeft ze zelf geen mening? Hij laat zijn blik door de kamer glijden om te kijken of een van de andere mannen (echtgenoten) dat gevoel met hem delen.

Hij kan het niet zien. Hij kan het nooit zien. Hij heeft geregeld het verlangen om aan de andere mannen te vragen hoe zij over hun vrouw denken. Zijn zij ook bang voor hun vrouw? Haten zij hun vrouw? Fantaseren zij er wel eens over hun vrouw op het bed te smijten, haar ondergoed van haar lijf te scheuren en haar van achteren te pakken? (James heeft in het begin van zijn relatie met Winnie ooit iets dergelijks geprobeerd, maar zij gaf hem een klap in zijn gezicht en zei drie dagen lang geen woord meer tegen hem.)

James denkt wel eens dat Winnie bang is dat hij bij haar weg zal gaan. Maar ze zegt nooit dat ze bang is. In plaats daarvan zegt ze iets als: 'We zijn zeven jaar getrouwd en hebben een kind. Ik zou van alles de helft krijgen, weet je, mochten we ooit gaan scheiden. Je zou het knap moeilijk krijgen als je rond moest zien te komen van de helft van wat we samen hebben - alleen jouw inkomen, minus alimentatie.' (Wat Winnie niet weet is dat James veel banger is dat zij bij hém weg zal gaan, want ze heeft gelijk: Hij zou onmogelijk rond kunnen komen zonder haar inkomen. En hij zou zijn zoon niet willen verliezen.)

James probeert hier niet al te veel aan te denken, want zodra hij er wel aan denkt, voelt hij zich niet langer de man in hun relatie. En als hij zich niet langer de man voelt, begint hij zich af te vragen wat voor vragen Winnie hem allemaal zou stellen als ze zou weten dat hij zich zo voelde. Vragen als: Wat houdt dat eigenlijk precies in, je 'de man voelen'? Hoe voelt 'een man' zich? En omdat hij nooit antwoord zou kunnen geven op die vragen, moet hij het wel met Winnie eens zijn - alleen al zo denken is passé.

Winnie vertelde James het volgende verhaal toen ze voor de tweede keer met elkaar uitgingen: In de jaren zeventig rookte ze marihuana (veertien jaar oud), ze liet de jongens aan (en in) haar zitten toen ze zestien was, en ze verloor haar maagdelijkheid in de zomer waarin ze zeventien was geworden, aan een jongen uit de buurt die achttien was en erg aantrekkelijk (ze was al jaren verliefd op hem, maar hij had nooit enige aandacht aan haar besteed, tot de avond waarop hij voelde dat ze hem zijn gang zou laten gaan. Dat laatste vertelde Winnie er niet bij). Nadat hij was klaargekomen, bracht hij haar met de auto naar huis, nog geen kilometer verderop (ze hadden het in de kelder bij zijn ouders thuis gedaan, waar hij een soort veldbed had staan). Hij was er niet van onder de indruk dat ze dat najaar naar Smith zou gaan, en het liet hem koud dat ze nummer drie van haar klas was (wat voor haar alleen maar te verkroppen viel omdat de twee leerlingen die boven haar waren geëindigd jongens waren). Ze kwam tot de ontdekking dat in bepaalde situaties prestaties en intelligentie geen garantie boden om niet onheus bejegend te worden, en ze zwoer nooit meer in zulke situaties verzeild te raken.

Winnie is bijna jarig, en James is bang.

'evil'

Winnie heeft een zus en een broer. Iedereen is dol op Winnie's broer. Hij is afgestudeerd aan de filmacademie van de UCLA en heeft zojuist een belangwekkende documentaire gemaakt over adolescente seksslaven in China. Hij heeft zijn documentaire verkocht aan The Learning Channel. Niemand maakt zich zorgen om hem. Iedereen maakt zich zorgen om Winnie's zus, Evie ('Evil', zoals Winnie haar soms noemt), die twee jaar jonger is dan Winnie. Acht zomers terug moest Evie naar een ontwenningskliniek. Hazelden. Sinds die tijd verandert ze om de zes maanden van idee over wat ze wil worden: actrice - landschapsarchitecte - zangeres - makelaar - romanschrijfster - regisseuse. En nu wil ze journaliste worden. Net als Winnie.

De week daarvoor had Evie haar opwachting gemaakt op een zeer belangrijk, zeer gewichtig feest ter ere van een journalist die zojuist een boek had geschreven over een rechtse politicus. (Het was een journalist van The New York Times die om de vijf jaar een boek schreef. Zijn boeken werden altijd goed besproken in The New York Times Book Review. Zo had Winnie het ook zo graag bij James gezien.) Er stonden te veel knoopjes van Evie's blouse open en ze liep te pronken met haar borsten. (Ze was altijd vrij plat geweest, net als Winnie, maar een aantal jaar geleden waren haar borsten opeens op mysterieuze wijze gegroeid. Winnie denkt dat ze borstimplantaten heeft, maar ze hebben het er nooit over.) Evie stapte meteen op de vooraanstaande journalist af en hield hem aan de praat, zodat niemand anders hem te spreken kon krijgen. De andere vrouwen spuwden vuur. Ze stonden bij de crudités-schaal en knaagden op een wortelstick. Ze sloegen hun ogen ten hemel en wierpen Evie vuile blikken toe. Maar ze konden Evie niet 'aanpakken' zoals ze anders zouden hebben gedaan, omdat Evie de zus van Winnie was.

De dag daarop kreeg Winnie een telefoontje van een vrouwelijke collega die had ontdekt dat Evie na afloop naar de hotelkamer van de belangrijke journalist was gegaan en de nacht met hem had doorgebracht. 'Winnie, ik wilde je alleen even zeggen dat ik je niet zal afrekenen op het gedrag van je zus,' zei ze. Daarna belde Evie zelf. 'Ik denk dat ik een artikel voor The New York Times mag schrijven,' gilde ze.

'Begeef je niet in mijn vaarwater,' had Winnie haar (op rustige toon) gewaarschuwd. Waarna ze er (scherp) aan had toegevoegd: 'Waarom ga je niet voor een modeblad werken, als je

zo graag journalist wilt worden?'

'Nee, zeg,' zei Evie. Ze nam duidelijk hoorbaar een slok. Ze dronk een blikje Cola Light. Ze dronk vijf blikjes Cola Light per dag. (Nog iets om verslaafd aan te raken, dacht Winnie.) 'Ik ga mijn leven veranderen. Nu ga ik echt iets bereiken. Net

als mijn grote zus.'

Evie is een mislukkeling, en soms vraagt James zich at of hij niet beter met haar had kunnen trouwen.

James ziet Evie zo min mogelijk, maar hij roept wel ieder jaar haar hulp in om een verjaardagscadeau voor Winnie uit te zoeken. Aanvankelijk was dit bedoeld als 'uitje voor Evie' (het was heel heilzaam voor Evie om met een man om te gaan die geen junk, klootzak of schoft was - dat was Winnie met hem eens). Maar geleidelijk werd hem duidelijk dat zij op hem viel.

Hij belt haar op.'Evie.'

'Hé, zwager,' zegt Evie. 'Heb je al gehoord van mijn nacht met - ' en noemt de naam van de belangrijke, gewichtige journalist. 'En ik heb misschien mijn eerste opdracht binnen. Voor The New York Times. Te gek, hè?' Evie is altijd opgewekt en doet alsof haar gedrag prototypisch is voor normale, fatsoenlijke mensen. (Ze ontkent haar problemen, denkt James.)

'Winnie is bijna jarig,' zegt James (die de boel onder controle houdt door meteen ter zake te komen).

'Ik weet het,'zegt ze.'Ideeën?' vraagt hij. 'Ik was van plan om iets bij Barneys voor haar te kopen. Een sieraad.'

'Niet doen, Jimmy,' zegt Evie. 'Jij kunt je toch geen sieraden veroorloven die de moeite waard zijn.'

Other books

One of Us by Jeannie Waudby
Clean Kill by Jack Coughlin, Donald A. Davis
A Shadow's Bliss by Patricia Veryan
A Hard Bargain by Ashe Barker
The Princess Bride by William Goldman
A Crazy Kind of Love by Maureen Child
Sinners and Saints by Ambear Shellea