Ik keek haar verbaasd aan. Ze lustte toch geen pizza?
‘En jij?’ vroeg de serveerster.
‘Cheezy Crust en een icetea.’ Ik draaide mijn gezicht naar haar toe, zodat ze me goed kon zien.
Ze keek amper en tikte iets in op een computertje. ‘Komt er zo aan.’
En toen liep ze weg!
‘Wacht!’ Ik pakte haar arm.
Ze trok hem zo beleefd mogelijk terug. ‘Je bent nog iets vergeten?’
‘Heb je… eh… mij hier al vaker gezien?’ Ik hoorde zelf
hoe belachelijk het klonk. Ze zou denken dat ik niet goed snik was. Of nog erger: dat ik haar wilde versieren.
‘Nee,’ antwoordde ze ongemakkelijk. ‘Maar ik werk hier pas een paar weken.’
‘Oké, bedankt.’ Ik was misselijk van teleurstelling.
Het meisje maakte dat ze wegkwam.
‘Wat was dat nou?’ vroeg Lara. ‘Je weet toch zelf wel of je hier vaker bent geweest?’
Het bleek allemaal veel lastiger dan ik had ingeschat. Nu moest ik de rest van het personeel ondervragen en ze zouden allemaal denken dat ik krankjorum was. Het idee was zo weinig aanlokkelijk dat ik besloot om het nog even uit te stellen.
‘Of vond je haar leuk?’ Lara grinnikte. ‘Normaal vraag je dan of je háár hier niet al vaker hebt gezien.’
‘Echt niet!’ Ik moest haar afleiden. ‘Hou je van raadseltjes?’
‘Hoezo?’
‘Je belt naar een openbare telefoon en dan hoor je iemand “Nee, nee, niet zevenendertig maar achtendertig” zeggen.’
‘Waarom zou ik naar een openbare telefoon bellen?’
‘Daar gaat het niet om,’ zei ik vlug. ‘Het gaat erom waar die telefoon stáát.’
‘In een kledingwinkel of schoenenwinkel.’
Had ik ook al bedacht. ‘Daar hebben ze geen openbare telefoons.’
‘In een
shopping mall
wel.’ Lara zoog op haar lip. ‘Of in een café. Zijn ze soms bingo aan het doen? Of roulette!’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Het wordt nog moeilijker.’
Het Pizza Hutmeisje kwam papieren placemats, servetten, bestek en de drankjes brengen.
‘Nou?’ zei Lara ongeduldig.
‘De man die de telefoon heeft opgenomen, zegt: “Het is bijna drie uur en dan zijn wij aan de beurt.”’
‘Bij de bank moet je nummertjes trekken voordat je aan de beurt bent,’ dacht Lara hardop. ‘En op het gemeentehuis.’
‘Maar dat “bijna drie uur” dan?’ vroeg ik. ‘Trouwens, er klonk ook achtergrondmuziek.’
‘Tja.’ Ze zakte onderuit in haar stoel en zuchtte. ‘Oké, zeg het maar. Ik geef het op.’
Mijn handen speelden met het citroenstampertje in mijn icetea. ‘Ik heb het raadsel ook nog niet opgelost.’
‘Jij bent een lekkere!’ Ze schopte me onder de tafel. ‘Wat heb je nou aan een raadsel als je het antwoord niet weet?’ Geen bal, dacht ik.
Er naderde een meisje in een bordeauxrode sloof. Op allebei haar handen balanceerde een bord met een dampende pizza en ze kwam recht op ons tafeltje af.
‘Eén Cheezy Crust voor meneer.’ Het was geen vraag maar een mededeling. Ze zette het bord al neer.
‘Hoe weet je dat?’ vroeg ik, terwijl het bloed in mijn oren gonsde.
‘Je bestelt toch altijd Cheezy Crust?’ antwoordde ze met een glimlach. ‘Je dacht zeker dat ik het niet meer wist, hè? Het is ook wel weer even geleden.’ Ze schoof het andere bord op de placemat van Lara. ‘Ik maak me eerlijk gezegd altijd een beetje zorgen als vaste klanten ineens niet meer komen opdagen. Dan denk ik meteen aan enge
ziektes, ongelukken en sterfgevallen. Maar omdat jullie allebei niet meer kwamen, gokte ik er maar op dat jullie verhuisd waren.’
‘J-jullie?’ stamelde ik.
Lara schaamde zich blijkbaar voor mijn gestotter, ze kreeg rode vlekken in haar hals.
‘Ja, jij en je zus.’ De serveerster keek Lara vragend aan. ‘Toch?’
Ik was hier eerder met Lara geweest! De serveerster werd vloeibaar, en niet alleen zij; de hele Pizza Hut begon ineens raar te golven.
‘Wat is er?’ hoorde ik Lara vragen. Het klonk gedempt, alsof ze in een dichte mist stond.
Frisse lucht! Ik klemde mijn handen om de rand van de tafel. Het zweet gutste over mijn bijna exploderende kop, terwijl ik me met uiterste inspanning omhoogduwde.
Wankelend liep ik naar de deur.
‘Boy?’
Buiten! Ik liet me op de motorkap van de pick-up vallen en boog mijn hoofd naar mijn knieën. Waarom had Lara verzwegen dat ze me kende? De angstaanjagendste complottheorieën schoten door me heen. Ze speelde met een stel misdadigers onder één hoedje. Ze hadden me ontvoerd voor losgeld en me de hersens ingeslagen – ik was ontsnapt maar toen vonden ze me terug. Of ik was getuige geweest van een vreselijke misdaad, bij traumatische gebeurtenissen konden je hersens herinneringen verdringen, en daarom hielden ze me in de gaten – ik was dus veilig zolang ik mijn mond hield. Of ik had zelf…
‘Hé.’ Lara’s hand in mijn nek.
Ik duwde hem weg.
‘Gaat het weer een beetje?’ vroeg ze.
Ik wilde schreeuwen dat ze een verraadster was en moest oprotten. Maar toen dacht ik aan mijn rugzak, die in de gele kamer lag. Hij was van levensbelang. Zonder mijn spullen zou ik geen stap verder komen. En Lara wist meer. Al moest ik het eruit slaan, ze zou praten!
Langzaam kwam ik overeind.
‘Ik heb de pizza’s meegekregen.’ Ze hield een
doggy bag
omhoog. ‘Als je niet lekker bent, moet je juist eten, zegt tante Bobbie altijd. Dat is goed voor je bloedsuikerspiegel.’
Wat stond ze nou te bazelen? Dacht ze nou echt dat ik in die onnozele-meiden-act trapte?
‘Auto,’ zei ik met op elkaar geklemde tanden. ‘Nu!’
7
Ze haalde een stuk pizza uit de doggy bag en zette de zak op mijn schoot. Ik sloeg hem met volle kracht weg.
‘Doe even normaal!’ riep ze.
Zwarte vlekken voor mijn ogen. ‘Doe zelf normaal!’ Ik klauwde mijn vingers in haar schouder en trok haar naar me toe.
‘Au! Je doet me pijn.’
Mooi zo! ‘Waarom heb je al die tijd gedaan alsof je me niet kende? Hè? Hè?’
‘Waar heb je het over?’
Ik rammelde haar door elkaar. ‘Hou toch op met die stomme spelletjes. Je hebt zelf gehoord wat die serveerster zei.’
‘Maar…’ Haar hand met de pizzapunt zakte naar haar been. Er kwam een vetvlek op haar knie. ‘Ik ben nooit met jou in de Pizza Hut geweest.’ Ze keek naar me zoals je naar een ontsnapte gek kijkt. ‘Dat weet je zelf toch ook wel?’
Nee, dat wist ik juist niet! Mijn lijf begon te schokken en plotseling moest ik keihard janken. Ik kon niet meer stoppen, mijn vingers gleden van Lara’s schouder en ik boog voorover en jankte maar door met mijn voorhoofd tegen het dashboard, terwijl het snot uit mijn neus droop, ik weet niet hoe lang.
Geritsel. Toen kwam er heel voorzichtig een papieren zakdoekje aan.
Lara.
‘Dat meisje heeft zich gewoon vergist.’ Ze lachte zenuwachtig. ‘Of misschien heb ik een dubbelgangster.’
Ik snoot mijn neus en boende mijn wangen. Intussen probeerde ik mijn gedachten weer op orde te krijgen. De serveerster was heel stellig geweest en ik kon geen enkele reden bedenken waarom ze zou liegen. Aan de andere kant… Lara leek oprecht verbaasd, tenzij ze geweldig goed kon toneelspelen. Doorvragen? Maar dan zou ze willen weten hoe het kwam dat ik me onze eerdere bezoeken aan de Pizza Hut ook niet herinnerde.
Ik maakte een prop van het zakdoekje, draaide het raam open en mikte hem in de prullenbak. Zolang ik mijn geheugen niet terug had, kon ik niemand vertrouwen. Het was het veiligst om te doen alsof ik haar geloofde.
‘Sorry,’ zei ik. ‘Ik had niet zo overdreven moeten reageren.’
‘Inderdaad.’ Ze bestudeerde de pizzapunt, die ze aan gort geknepen had. ‘Er zijn speciale cursussen om je agressie beter onder controle te leren houden.’
Ik had meer aan een cursus geheugentraining.
‘Sorry.’ Ik raapte de doggy bag op en bood haar een nieuw stuk pizza aan. ‘Zoenoffer?’
‘Vooruit dan.’ Ze glimlachte dunnetjes. ‘Zand erover.’
Dat ging wel heel gemakkelijk. Ik wist niet of ik opgelucht of juist achterdochtig moest zijn.
Ik draaide de deur van mijn kamer op slot en liet me op het bed vallen. Het tripje naar Flatstaff had me niet veel verder geholpen. Het had alleen maar nóg meer vragen opgeroepen. Kon de serveerster zich echt zo vreselijk vergissen? Anders moest Lara op zijn minst een tweelingzus hebben waar ze niets van wist. Of net als ik haar geheugen kwijt zijn.
Bullshit! Morgen zou ik mijn spullen pakken en maken dat ik hier wegkwam!
Maar waarheen? Ik tastte naar mijn rugzak onder het bed.
Hij lag er niet!
Ik liet me razendsnel van het matras rollen en keek onder de bedrand. Pfff. De tas was alleen maar van het hoofdeinde naar het voeteneinde verschoven.
Tegen de tijd dat ik weer op het bed zat, rinkelde er ergens een alarmbelletje. Niks pfff! Rugzakken hadden geen pootjes. Er had iemand aan mijn spullen gezeten! Meteen kwamen alle complottheorieën in volle vaart terug. Ik dacht aan verborgen camera’s en afluisterapparatuur. Die schroef op de ventilator kon best een microfoontje zijn en…
Toen zag ik de strepen op de vloerbedekking pas.
Sukkel! Bobbie had natuurlijk ook onder het bed gestofzuigd en daarbij mijn rugzak verplaatst.
Ik maakte hem leeg, vouwde de kaart uit en legde er alle aanknopingpunten naast. De bestellijst van de Pizza Hut, de foto… Wacht, mijn mobieltje nog.
Ik voelde in het zijvak. Mijn pink raakte een hard uitsteekseltje. Er zat dus nóg iets in!
Ik legde mijn telefoon op het bed en klapte de klep van het zijvak zo ver mogelijk open. Half tussen de voering zat iets metaligs geklemd. Ik peuterde het los, terwijl het bloed met de snelheid van een achtbaankarretje door mijn aderen raasde.
Hebbes! Opgewonden keek ik naar het sleuteltje in mijn hand. Het was te klein voor een huissleutel. Er stond een cijfer in gegraveerd. Eenendertig. Ik gokte dat het de sleutel van een kluisje was! Mijn hersens buitelden alle kanten op. Op een station had je kluisjes. En bij een bank. Of op plaatsen waar je vanwege diefstalgevaar niet met een tas naar binnen mocht, zoals een shopping mall of een museum.
In het laatste geval nam je niet het sleuteltje mee naar huis maar je bagage, die mogelijkheid kon ik dus afstrepen. Het station… Ik keek op de kaart naar het spoorwegnet. Het dichtstbijzijnde station lag in het centrum van Flatstaff, maar of ze daar ook kluisjes verhuurden…
Dat zou ik dus moeten controleren. Als het sleuteltje van een bankkluis was, zou het pas echt lastig worden. Banken had je overal.
Wat verstopte iemand in een bankkluis? Goud, geld, juwelen,
belangrijke papieren? Ik had geen idee. Misschien was het niet eens mijn sleuteltje, had ik het gepikt of van iemand in bewaring gekregen. Ik kon me niet voorstellen dat ik kostbaarheden bezat, tenzij…
Mocht ik daarom de politie niet bellen?
Ik schudde de gedachte uit mijn hoofd. Niet denken maar doen. Ik zou alle banken in de buurt afgaan en het sleuteltje uitproberen. Verder moest ik uitvinden wat de functie van het gebouw op de foto was en erachter zien te komen waar het stond. Misschien kon ik iets op internet vinden. En ik wist ook nog steeds niet waar die openbare telefoon zich bevond…
Sufferd! Ik kon toch gewoon nog een keer bellen.
Ik drukte op terugbellen en hield mijn mobieltje tegen mijn oor. De telefoon aan de andere kant ging over. Een keer, twee keer. Ik duimde in stilte. Vijf keer, zes keer…
Na de negende toon hield mijn mobiel het voor gezien. Teleurgesteld staarde ik naar het schermpje. Toen sijpelde het langzaam tot me door: het nummer! Aan het netnummer kon ik zien naar welke stad of welk dorp ik had gebeld!
De driecijferige combinatie kwam me vaag bekend voor. Aangezien alleen mijn kortetermijngeheugen nog werkte, moest dat dus betekenen dat ik het nummer pas nog had gezien. De Pizza Hut! Ik pakte de bestellijst en hield hem naast mijn mobieltje. Ja, hoor, dezelfde netnummers. Het was dus een openbare telefoon in Flatstaff!
Ik had een telefoonboek nodig.
Lara kwam in sporttenue de trap op gerend. Het zweet liep in straaltjes uit haar kletsnatte haar.
‘Hebben jullie…’ begon ik.
Ze trok de dopjes van haar iPod uit haar oren. ‘Wat?’
‘Een telefoonboek.’
‘Beneden.’ Ze wees met haar duim. ‘Op het kastje in de hal.’ ‘Bedankt.’ Ik wilde haar al passeren, toen ik aan de foto dacht. ‘In Branding is zeker geen internetcafé?’
‘Nee.’ Ze dacht even na. ‘Maar je mag mijn laptop wel gebruiken.’
‘Cool.’ Misschien had ze toch de waarheid gesproken.
Waarom zou ze me anders helpen?
‘Hij staat op mijn kamer.’ Ze wenkte met haar hoofd.
‘Loop meteen maar even mee.’
De drie gastenkamers waren links van de trap. Lara ging rechtsaf en liep naar een deur met
PRIVÉ
erop. Daarachter was een gang met weer drie deuren.
‘De badkamer, Bobbies slaapkamer.’ Lara opende de laatste deur. ‘En dit is de mijne.’
Hij was klein maar zonnig. Er stonden een bed, een klein bureau met bijpassende stoel en een kledingkast in lichte houtkleuren. Op de grond lag een blauwe mat met gele sterren en aan de muur zweefde een tv’tje aan een beugel.
De wand boven het bureau was behangen met posters van popsterren.
Ik bleef op de drempel staan en keek naar Lara, die een handdoek uit haar kast haalde.
Ze wreef haar gezicht en haren droog. ‘Je mag wel binnenkomen, hoor.’
Ze gedroeg zich niet als iemand die iets te verbergen had. Ik begon steeds meer te twijfelen of mijn wantrouwen wel terecht was.
Ze hing de handdoek om haar hals en gaf me haar laptop.
‘Je kunt hem gewoon op je kamer gebruiken. We hebben draadloos internet.’
Ik installeerde me weer op mijn bed. Met laptop en telefoonboek.
Allereerst bekeek ik de telefoonnummers van Flatstaff. Honderdzesenvijftig pagina’s, dat was in totaal zo’n vijfenveertigduizend nummers. Onbegonnen werk om ze een voor een met het nummer in mijn mobieltje te vergelijken.
De laptop dan maar. De toetsen voelden vertrouwd aan onder mijn vingers. Zoekmachine. Ik tikte razendsnel
GEBOUWEN
FLATSTAFF
in. Meteen ploepte er een lange rits webpagina’s op het scherm. Gerestaureerde huizen, een hotel, het gemeentehuis, het station…
Het station! Ik keek meteen op hun site of ze kluisjes verhuurden. Dat was niet het geval, dus surfte ik terug naar de gebouwen in Flatstaff. Nee, geen van de afbeeldingen die erbij hoorden, leek ook maar in de verste verte op het grijze gebouw van de foto. Ik veranderde de zoekopdracht in
FABRIEKEN
en daarna in
INTERNATEN
,
KOSTSCHOLEN
en
GEVANGENISSEN
, maar ook daar vond ik geen matches. Misschien moest ik het verder weg zoeken. De Pizza Hut en de openbare telefoon waren in Flatstaff, maar de foto kon ook ergens anders genomen zijn.