The Panic Room (2 page)

Read The Panic Room Online

Authors: James Ellison

BOOK: The Panic Room
12.06Mb size Format: txt, pdf, ePub

'Evan Racine,' zei Lydia. 'Het is zijn exclusieve eigendom en ik moet de commissie met hem delen.'

'Als het zijn exclusieve eigendom is, waarom wil hij dan met jou delen?' vroeg Sarah.

Lydia kneep haar ogen tot spleetjes. 'Nou, kleintje, de reden is dat ik in je moeder de perfecte cliënt heb. Ik doe al het werk, hij wordt er rijker van.'

Evan Racine liep op hen af. Zijn mond was een boze streep onder zijn dunne snor.

'Ooit zul je leren respect te hebben voor de tijd van andere mensen, Lydia. Ooit zul je beseffen dat de wereld niet blijft stilstaan en weer verdergaat als het jou uitkomt.' 'Evan... Het spijt me echt verschrikkelijk...' 'Volgens mijn schema heb ik een afspraak met Arthur Digby Laurence over...' - hij keek met een boze blik op zijn horloge - 'twintig minuten. En als je denkt dat Arthur Digby Laurence het soort man is dat het prettig vindt om te moeten wachten, dan heb je het helemaal bij het verkeerde eind.' 'Arthur Digby Laurence is een belachelijke naam,' merkte Lydia op.

'Ik zal doen alsof ik die opmerking niet gehoord heb.' 'Hij gaat toch niets kopen, Evan.' 'Hoezo niet?'

'Hij is stinkend rijk, heeft al een hele verzameling huizen en hij zal eerder iets vérkopen dan dat hij weer iets koopt. Bo-vendien heeft hij de reputatie een professionele kijker te zijn. Echt zo'n etter die voor de lol honderd huizen bekijkt en niets koopt. Hij vindt het prachtig om je tijd te verdoen.' 'Hé, ik hoef hier niet naar te luisteren...' 'Je bent een engel datje op ons hebt gewacht, lieve Evan,' zei Lydia terwijl ze met grote stappen langs hem heen liep. 'Ik heb mijn cliënt alles verteld over dit huis en ze is heel, heel erg enthousiast. Nietwaar, Meg?'

'Ik wil het in elk geval graag zien,' zei Meg zwakjes. Nog voordat ze de hele zin had uitgesproken, wist ze al dat deze man haar nooit serieus zou nemen. Ze was blij dat ze Lydia naast zich had. Ze had het gevoel dat zij met haar harde en agressieve opstelling iedere man aankon. Evan Racine mar-cheerde nors omhoog naar de voordeur en deed hem weer open. Een ruime, frisse foyer werd zichtbaar. De twee vrouwen volgden hem naar binnen. Sarah reed met haar step over de geboende vurenhouten vloer terwijl de makelaar haar boos aankeek.

'Het is in feite een kruising tussen een herenhuis en een patriciërshuis,' zei hij, snel overstappend op zijn rol als gids. 'Wij noemen het een herenpatriciër. Het is gebouwd in 1879. We staan hier midden in het huis, op de salonverdieping. De zitkamer is recht voor ons uit en de nette eetkamer is achterin. De gewone eetkamer bevindt zich beneden, op de keukenetage, die vijf jaar geleden gerenoveerd is en van alle gemakken is voorzien.' Zijn kleine borstkas zwol op toen hij eraan toevoegde: 'Ik kan niet genoeg benadrukken hoe zeldzaam het is dat zo'n voornaam huis op de markt komt.'

'Je hebt helemaal gelijk, Evan,' zei Lydia liefjes. Meg probeerde haar aandacht te verdelen tussen het verhaal van de makelaar en Sarah, die ze met paniekerige handsignalen probeerde duidelijk te maken dat ze niet met de step in het huis mocht rondrijden.

'Boven zijn er twee verdiepingen met slaapkamers,' ging de makelaar verder.

'Mijn god, dit huis is gewoonweg enorm,' zei Meg vol ver-wondering.

Racine knikte en zei op enigszins neerbuigende toon: 'Ik hoef u niet te vertellen dat het hoogst ongebruikelijk is, zoveel woonoppervlak in Manhattan. Zeldzaam als een schaap met vijf poten.'

'Sarah,' fluisterde Meg vanuit haar mondhoek, maar haar dochter negeerde haar en reed de woonkamer binnen. 'Weg met die step, meisje,' zei Lydia op scherpe toon. 

Sarah kwam met tegenzin tot stilstand. Ze pakte haar step op en wandelde het solarium binnen. Ze tuurde door de grote openslaande deuren die toegang gaven tot een binnenplaats. Een rij patriciërshuizen stond een straat verderop en alle ve-randa's sloten op elkaar aan. Met een zucht, die het raam deed beslaan, leunde ze tegen de deur. Ze zag er niet gelukkig uit. Deze verhuizing naar de stad zou betekenen dat ze al haar schoolvriendinnen moest achterlaten. Niet meer paardrijden, hoewel haar vader had beloofd te informeren bij de Claremont-stallen, die vlak in de buurt waren. Niet meer schaatsen op de vijver bij hun huis in Greenwich. Niet meer wandelen in de bossen met Grace en Maureen, haar beste vriendinnen. Dat alles, boven op de scheiding van haar ouders, was een zware last om te torsen. 'Nou ja,' zei ze, meer tegen zichzelf dan tegen de anderen, 'er is in elk geval een tuin.' Ze schudde haar hoofd. 'Of iets wat voor een tuin moet doorgaan.'

De makelaar wierp Sarah een duistere blik toe en zei tegen Lydia, Meg nog steeds negerend: 'Om heel eerlijk te zijn is de binnenplaats in vervallen staat, maar er kan veel mee gedaan worden. Het is een stuk grond van zeven meter breed en twaalf meter diep, dat ruimte genoeg biedt voor een uitge-breide tuin.'

'Mijn moeder heeft geen groene vingers,' zei Sarah met een ondeugende grijns, terwijl ze voor het eerst een vluchtige blik wierp op de kleine, boze man. 'Sarah!'

Evan Racine liep snel door de kamer en wierp de deur van een ouderwetse kooilift open.

'Dit zie je niet vaak,' verkondigde hij groots. 'Zo'n oude, werkende lift is onbetaalbaar. In negentig procent van de he-renhuizen in deze stad zul je er waarschijnlijk geen aantref-fen.'

'Gaaf,' zei Sarah terwijl ze vol interesse naar de lift staarde.

'Wat gewéldig!' riep Lydia uit. Ze gaf Meg een por. 'Ik heb er altijd van gedroomd om zo'n lift te hebben.' Meg mompelde iets, onderwijl een oogje houdend op haar dochter.

'Ik geef toe dat er aan dit gebouw het een en ander opgeknapt moet worden,' zei Racine terwijl hij een taxerende blik wierp op Meg. 'Maar we verwachten dat veel mensen interesse zul-len hebben. Kwaliteit is tegenwoordig zo zeldzaam, zo'n kostbaar goed. Dit is een heel... emotioneel gebouw.' Meg draaide zich met een vragende blik naar hem om. 'Emo-tioneel?'

'Het is een huis vol gevoel,' zei hij met gefronst voorhoofd, alsof hij pijn had of erg ongeduldig was. 'Ik voel het verleden in de lucht hangen.'

Terwijl hij met twee treden tegelijk de trap op liep naar de volgende verdieping, fluisterde Lydia tegen Meg: 'Je moet nu meteen een bod doen. Dit huis blijft niet lang op de markt.'

'Vind je het erg als ik het eerst bekijk? Je zet me onder druk, en ik hou er niet van om onder druk gezet te worden.' Meg glimlachte bij zichzelf, trots dat ze deze assertieve vrouw te-gengesproken had.

'Het is emotioneel, ma,' zei Sarah, Evan Racines nichterige tongval imiterend. 'Emotionéél.'

Lydia negeerde Sarah en zei: 'Geloof me nou maar, op het moment is er helemaal niets te vinden wat ook maar aan dit huis kan tippen. Je moet een realistisch doel voor ogen hou-den, Meg. Je kunt niet van Greenwich naar de Upper West Side verhuizen en verwachten dat je nog steeds een huis, een tuin en ruimte zult hebben... Maar hier heb je dat wel! Plus een lift. Dit huis heeft alles watje wilde, en meer. Denk eens aan het plezier dat je eraan zult beleven om het op te knappen, in te richten, de antiekwinkels af te stropen voor precies de goede meubels. Je kunt hier een ongelooflijk mooi

huis van maken. Ik zie de luxe dineetjes nu al voor me.' 'Pizza voor twee personen,' mompelde Sarah. 'Dat zie ik voor me.'

'Het zal wel een fortuin kosten,' zei Meg. 'Tja,' zei Lydia, 'heb jij even geluk dat dat voor jou geen probleem is.'

'Dit is de supermarkt niet, mam,' voegde Sarah eraan toe. 'Je hoeft niet te betalen wat er op het prijskaartje staat, hoor.' Op fluistertoon zei Lydia: 'Te oordelen naar wat jij me allemaal verteld hebt, kan die weggelopen echtgenoot van je het verdomme allemaal best betalen. En hij is je wel iets ver-schuldigd, zou ik denken.' 'Ex-echtgenoot, Lydia.'

Sarah, die de woordenwisseling meegekregen had, keek de makelaar even giftig aan. Ze marcheerde de lift binnen en liet de ratelende deur met een metaalachtige dreun dichtslaan. 'Alstublieft!' riep Evan Racine van boven. 'Het zou fijn zijn als ik jullie dit huis zou kunnen laten zien in de paar minuten die ons nog resten.'

De twee vrouwen keken elkaar even aan.

'Emotionéél,' imiteerde Meg haar dochters geaffecteerde,

nichterige accent met een trage grijns.

'Hij is een eikel,' zei Lydia terwijl ze haar ogen ten hemel

sloeg.

Ze liepen de trap op en voegden zich bij de makelaar. Vervol-gens volgden ze hem nog een trap op. 'Bovenste verdieping,' verkondigde hij. 'Twee slaapkamers, aan weerszijden één. Ze delen één kleine badkamer, maar er is ruimte voor uitbreiding. Oorspronkelijk zijn dit de perso- neelsvertrekken geweest. De vorige eigenaar had wat personeel voor de kinderen, maar zoals u ziet, is het perfect voor onderverhuur.'

'Gewoon perfect,' herhaalde Lydia.

Vanuit de hal konden ze het metalen gekreun van de lift horen terwijl die langzaam naar boven kwam. Evan Racine knipperde met zijn ogen en tuitte geërgerd zijn lippen, maar slaagde erin zijn tong in bedwang te houden. Hij richtte een kille blik op Meg. 'Ik neem aan dat u inwonend personeel hebt.' 'Nou, nee. We zijn maar met z'n tweetjes.' Hij knikte alsof hij dat wel verwacht had. Hij keek Lydia even nors aan en ging hen toen voor naar de derde verdieping.

'Dit is de extra slaapkamer annex studeerkamer annex watje maar wilt,' zei hij terwijl hij met een slap armpje gebaarde naar een enorme, lege kamer. 'Meneer Pearlstein gebruikte het als kantoor. Maar het zou een prachtige bibliotheek zijn.' Hij bleef even stil, wachtend op een reactie. Lydia gaf Meg een por. 'Hij heeft het over Sidney Pearlstein,' zei ze met een spoortje van ontzag in haar stem. Meg schudde haar hoofd en haalde haar schouders op. 'De financier?' vroeg Lydia ongeduldig. 'O ja,' zei Meg. Maar haar vage toon maakte duidelijk dat ze nog nooit van de man had gehoord.

Evan Racine schraapte zijn keel en zei, terwijl hij voor het eerst Meg recht in de ogen keek: 'Mag ik vragen wat u doet, mevrouw...?'

'Altman,' antwoordde ze te snel. 'Ik ga terug naar school... Columbia. Voor mijn...'

'Ach, hoe interessant.' Hij onderbrak Meg en keek Lydia met opgetrokken wenkbrauwen aan: waarom heb je in vredes-naam een student meegenomen om naar dit huis te kijken? Ben je niet goed bij je hoofd?

'Haar man werkt in de farmaceutische industrie,' legde Lydia snel uit. 'Stephen Altman.'

Al heel snel begon een glimlach het gezicht van de makelaar te verlichten. Hij raakte bijna in vervoering toen hij tegen Meg zei: 'Dus u bent de vrouw van Stephen Altman! Dat

realiseerde ik me niet. Ik vond het artikel dat over hem in de New Yorker is verschenen fascinerend.' 'Dat was ik, tot voor kort.'

'Wat? Gefascineerd?' Hij staarde haar in verwarring aan. 'Zijn vrouw. We zijn kortgeleden gescheiden. Daarom ben ik hier naar dit huis aan het kijken.'

'O, ik begrijp het.' Hij schraapte zijn keel en wendde zijn blik van haar af. Hij knikte enkele keren terwijl hij aandachtig naar de grond keek. 'Ik begrijp het...' Hij liet hun de grote badkamer zien, die enorm was en uitgevoerd was in marmer.

'Pearlstein staat sinds zijn dood in alle kranten,' zei Lydia te-gen Meg. 'Het is een heel sappig schandaal. Zijn familie is elkaar links en rechts aan het aanklagen vanwege de nalaten-schap en het is allemaal heel hatelijk geworden. Heb je er niets over gelezen?' 'Nee.'

'Het staat bijna elke dag op pagina zes.'

'Ik lees de Post niet,' zei Meg met een vaag glimlachje. 'En

de Times ook niet, eigenlijk.'

'Hij was een kluizenaar,' vertelde Lydia haar. 'Stinkend rijk en ontzettend paranoïde. En nu blijkt dat ze een enorm deel van zijn geld niet kunnen vinden. Zit waarschijnlijk verstopt in blikjes en matrassen.'

'Lydia, werkelijk,' zei Racine op scherpe toon. 'Ik zie niet in hoe familieroddels relevant kunnen zijn voor het tonen van het huis.'

'Mijn rug op, Evan. En wil je alsjeblieft proberen wat minder te klinken als een reclamefolder?'

Hij draaide haar zijn rug toe en zei tegen Meg: 'Dit is de grote garderobe. Zoals u ziet, is hij ruwweg zo groot als de gemid-delde hat-eenheid in West Vil lage, maar dan zonder het, eh, vermaak van de Village.' Hij lachte om zijn eigen grapje, en kromp vervolgens ineen toen de lift kreunend en sidde- rend tot stilstand kwam en Sarah er gillend van plezier uit kwam. Racine zei tegen Meg, op een toon alsof zijn mond pijn deed: 'Zou de kleine daar alstublieft mee kunnen ophouden?'

'Sarah, schat, niet spelen met de lift,' zei Lydia streng. Ze knipoogde naar Meg. 'Wie is hier eigenlijk de moeder?' 'Dat begin ik me ook af te vragen.'

'En nu,' zei Evan Racine terwijl hij in zijn vuist kuchte om hun aandacht te trekken, 'het pièce de résistance. Dit is de grote slaapkamer... Indrukwekkend, op zijn zachtst gezegd.' Hij maakte een zwierig gebaar met zijn arm, keek vervolgens snel op zijn horloge en fronste zijn wenkbrauwen. Meg keek om zich heen, de afmetingen van de kamer in zich opnemend. Ze wierp een blik op de muur tegenover zich, de muur die grensde aan het naastgelegen huis, en deed toen een stap achteruit om zorgvuldiger de muur te bestuderen die eraan grensde. Ze was trots op haar ogen. Ze was een begaafd aquarellist en had twee jaar eerder een geslaagde expositie gehad in de galerie in Greenwich, een van de eerste en laatste dingen die ze voor zichzelf bereikt had sinds ze summa cum laude afgestudeerd was aan de universiteit. Stephen had vaak over haar opgeschept dat ze de blik van een meesterspeurder had. 'Op de een of andere manier ziet ze dingen die wij allemaal niet zien,' zei hij graag, en zij vond het altijd gênant en een beetje irritant. 'De kleinste details, ze vallen haar allemaal op.'

Ze schudde lichtjes met haar hoofd, nog steeds de muur be-studerend. 'Dat is echt heel vreemd,' zei ze. Lydia draaide zich nieuwsgierig naar haar om. 'Wat is vreemd?'

'Er klopt iets niet,' zei Meg. 'Deze kamer lijkt kleiner dan hij hoort te zijn.'

Lydia, die behoorlijk bijziend was maar het vertikte een bril te dragen en vaak haar contactlenzen kwijtraakte, tuurde door een bijna tastbare mist. 'Wat is er mis mee, Meg? Wat mij betreft ziet het er normaal uit.'

Evan Racine keek nadrukkelijk op zijn horloge terwijl hij met zijn voet op de vloer tikte. Hij zuchtte hoorbaar om duidelijk te maken dat er iets was.

'Nee... Nee, kijk.' Meg wees naar het andere eind van de muur, bij de ingang naar de garderobe. Een deur met een spiegel leidde naar de garderobe en er hing ook een spiegel aan de muur ernaast. 'Zie je het niet? De spiegels hellen een beetje over, net genoeg om een optische illusie te creëren. De hoek van de kamer lijkt dichter bij de deur dan hij in werkelijkheid is.'

Other books

Mosquitoes of Summer by Julianna Kozma
September Fair by Jess Lourey
Cheeseburger Subversive by Richard Scarsbrook
I'll Be Watching You by M. William Phelps
Never Cry Wolf by Farley Mowat
Lookin' For Luv by Weber, Carl
Total Trainwreck by Evie Claire
Crimson by Jeremy Laszlo
Nor Will He Sleep by David Ashton